Hoe/wanneer plaatsen
Bij ongunstige (weers)omstandigheden als sneeuwval, dooiperiodes, langdurige regenval, na renovatiewerkzaamheden of uitzonderlijke hitte kan de regelcommissie, in overleg met de greenkeeper, besluiten dat “plaatsen” het behoorlijk spel zou kunnen bevorderen of dat “plaatsen” zou kunnen helpen de baan te beschermen.
Op onze baan geldt dan de volgende regel:
- Een bal die “door de baan” ligt op een kort gemaaid gedeelte, maar niet in een hindernis of op een afslagplaats, mag zonder straf worden opgenomen en schoongemaakt.
- De speler moet de ligplaats van de bal merken voordat hij hem opneemt.
- De speler moet de bal plaatsen binnen 30 cm van de oorspronkelijke ligplaats en niet dichter bij de hole (niet in een hindernis of de green).
- Indien de speler nalaat de ligplaats van de bal te merken voordat hij hem opneemt, of de bal op een andere manier beweegt, bijvoorbeeld door hem met een club te verrollen, krijgt hij één strafslag.
NB: “Kort gemaaid gedeelte” betekent elk deel van de baan dat is gemaaid op fairway-hoogte of lager, met inbegrip van paden door de rough.
In de periode 1 november – 30 april blijft de baan in principe qualitying indien de regel voor plaatsen geldt. Immers, door de regel van plaatsen wordt juist behoorlijk spel beoogd. Indien de baan niet qualifying is, wordt dit afzonderlijk aangegeven.
Buiten deze periode – of wanneer er een verplichting is om te plaatsen -, is de baan bij het instellen van de regel niet qualifying, tenzij met uitdrukkelijke toestemming van de NGF.
Straf voor overtreding van de regel: Matchplay – verlies van de hole; strokeplay – twee slagen.